Met Opnemen met Copilot in Power Automate voor bureaublad kunt u bureaubladautomatiseringen bouwen door uw scherm te delen en de taak te beschrijven die u wilt automatiseren, net alsof u deze aan iemand uitlegt. Met Opnemen met Copilot wordt tijdens de opname uw stem-, muis- en toetsenbordinvoer vastgelegd. Vervolgens wordt deze invoer verwerkt en geconverteerd naar een bureaubladstroom die u kunt bekijken, bewerken en opslaan voordat u deze uitvoert. Dit maakt automatisering toegankelijk voor iedereen, ongeacht de technische expertise, en versnelt het proces van het maken van bureaubladstromen aanzienlijk.

Met deze functie kunt u bureaubladstroomverbindingen delen met een pijplijn-SPN-naam, wat essentieel is voor klanten die pijplijnen gebruiken.

1. Maak bureaubladstroomverbindingen met een service-principal als de eigenaar van de uitvoering (standaard is de eigenaar van de uitvoering de eigenaar van de verbinding).
2. Deel de verbinding met de pijplijn-SPN-naam.
3. De pijplijn exporteert de oplossing als de eigenaar van alle records van de beheerde oplossing.
4. De pijplijn-SPN-naam importeert de oplossing in de productieomgeving, waarbij de toewijzing tussen verbindingsverwijzing en verbindings-id wordt onderhouden.

Eindpuntfiltering in Power Automate voor bureaublad biedt een extra controle- en beveiligingslaag voor uw automatiseringstaken. Pas als beheerder eindpuntfiltering toe met behulp van de bestaande functie Preventie van gegevensverlies (DLP) in Power Automate. Maak een acceptatielijst met toepassingen en websites waarmee uw automatiseringsscripts kunnen communiceren, of een lijst met geweigerde toepassingen en websites die moeten worden beperkt.

Deze functie is gericht op acties voor UI- en browserautomatisering en zorgt ervoor dat uw automatisering voldoet aan het beleid van uw organisatie. Eindpuntfiltering wordt op dezelfde manier gecontroleerd als DLP-beleid momenteel wordt geverifieerd in Power Automate voor bureaublad. Maak gebruik van eindpuntfiltering om strak te beheren welke eindpunten toegankelijk zijn, waardoor de precisie en beveiliging van uw automatiseringswerkstromen worden verbeterd.

Werkwachtrijen in Power Automate kunnen een cruciale rol spelen bij het verbeteren van de efficiëntie, schaalbaarheid en tolerantie van automatisering en het bepalen van de prioriteit van werk.

Zo kunt u Service Level Agreements (SLA's) voor werkwachtrijen configureren:

• SLA-type
  • Levensduur (TTL)
  • Kantooruren
• SLA-engine
  • Geef prioriteit aan werkwachtrij-items die het dichtst bij de SLA-deadline liggen.
  • Identificeer werkwachtrij-items die gevaar lopen.
  • Bewaak de status van SLA's voor werkwachtrijen.

Sta klanten toe lijsten met referenties te definiëren en deze te gebruiken in de bureaubladstroomverbindingen. Met deze lijsten kunnen klanten definiëren welke machines deze referenties kunnen gebruiken. Deze lijsten kunnen worden gebruikt als inloggegevens in de bureaubladstroomverbindingen en werken met dezelfde referentiebeheerfunctie, zoals:

• Versleuteling en gegevensbeveiliging
• Wachtwoordrotatie
• Application Lifecycle Management

Tijdens de openbare preview worden alleen CyberArk-referenties ondersteund voor toewijzing.

Copilot in Power Automate voor bureaublad ondersteunt nu contextueel geheugen, zodat u stromen kunt bouwen door te verwijzen naar eerder verstrekte prompts. Dit elimineert repetitieve invoer, waardoor het creëren van automatisering intuïtiever en efficiënter wordt.

Belangrijkste kenmerken en voordelen:

• Contextueel begrip: Copilot behoudt details van eerdere prompts, zoals bestandspaden, parameters of objecten, voor naadloos hergebruik.
• Efficiëntie: vereenvoudigt complexe werkstromen doordat het niet meer nodig is om informatie in meerdere stappen opnieuw over te typen.
• Verbeterde nauwkeurigheid: zorgt voor consistentie en minimaliseert fouten door nauwkeurig te verwijzen naar eerdere invoer.
• Intuïtieve gebruikerservaring: maakt soepelere, slimmere automatiseringscreatie mogelijk met minimale inspanning.

Met het vastleggen van een VM-installatiekopie kunt u de aangepaste VM-installatiekopie opnieuw gebruiken voor het inrichten van andere gehoste machines of machinegroepen. Dit werkt als volgt:

• Momentopname: vastleggen van de VM-schijf op een bepaald tijdstip.
• Generalisatie: verwijdert machine- en gebruikersspecifieke informatie uit de VM, zodat deze kan worden hergebruikt.
• Opslag in uw Azure Compute Gallery: de VM-installatiekopie kan worden opgeslagen en gebruikt door Power Automate-services.

Deze functie biedt ondersteuning voor het verbinden van gehoste machinegroepbots met zowel on-premises Active Directory (AD) als Microsoft Entra ID bij gebruik van aangepaste virtuele netwerken (VNET's).

• Een aangepast virtueel netwerk (VNET) wordt geconfigureerd met behulp van Azure Virtual Network. Toegang tot de domeincontroller is vereist vanuit het aangepaste VNET.
  • Met een aangepast VNET hebt u toegang tot on-premises resources bij het uitvoeren van uw automatisering.
• Microsoft Entra hybride join wordt geconfigureerd bij het instellen van de Power Automate-netwerkverbinding.
  • Met Microsoft Entra hybride kunnen de bots van uw gehoste machinegroep worden ingeschreven in zowel uw on-premises Active Directory (AD) als Microsoft Entra ID.

• Bureaubladstromen hebben versies. Telkens wanneer u een stroom opent, kunt u wijzigingen aanbrengen en concepten opslaan totdat u besluit deze te publiceren.
• De versiegeschiedenis in de stroomontwerper voor Power Automate bureaublad laat zien wie de wijzigingen heeft aangebracht en wanneer.
• Vergelijk wijzigingen tussen de huidige versie en een vorige versie of tussen twee versies die u selecteert.
• In de console voor Power Automate bureaublad bevat het contextmenu een optie voor de versiegeschiedenis. Hier wordt versie-informatie weergegeven in het eigenschappenvenster van de bureaubladstroom.
• Een deel van deze functionaliteit zal ook beschikbaar zijn in de portal.

Copilot in Power Automate voor bureaublad biedt een interface die het proces voor het maken van automatisering vereenvoudigt. Met de mogelijkheden voor natuurlijke taal en Power Fx-syntaxis kunt u bureaubladstromen maken door instructies in het Engels of met Power Fx-syntaxis te gebruiken. Dit maakt kennis van algoritmen of pseudocode overbodig. Met Copilot kunt u eenvoudig automatiseringen genereren, waardoor wordt kostbare tijd en resources worden bespaard.

De functie bureaubladstromen optimaliseren met intelligente inzichten en aanbevelingen in Power Automate voor bureaublad is ontworpen om gebruikers proactieve, intelligente aanbevelingen te bieden tijdens het maken van bureaubladstromen. Deze functie maakt gebruik van historische stroomgegevens, gebruikspatronen, runtimeprestaties, foutprofielen en beproefde best practices om op maat gemaakte, contextgevoelige inzichten te bieden die de efficiëntie en betrouwbaarheid van uw automatiseringen aanzienlijk kunnen verbeteren.

In de categorie Foutvermijding helpt deze functie runtime-fouten te voorkomen door gebruikers te waarschuwen voor mogelijke problemen voordat deze zich voordoen. Het kan bijvoorbeeld waarschuwen voor schendingen van het DLP-beleid (Data Loss Prevention, preventie van gegevensverlies) die ertoe kunnen leiden dat een stroom mislukt, en biedt waar mogelijk tijdelijke oplossingen. De functie identificeert ook elementen die het beleid voor stroomcontrole schenden en stelt automatische herstelmaatregelen voor. Bovendien detecteert het eerdere selectorfouten en zelfherstellende gebeurtenissen, en beveelt gebruikers aan deze selectors te controleren of te herstellen. Deze functie belicht ook potentiële stroomtime-outs door de eerdere uitvoeringsgeschiedenis te analyseren, en biedt aanbevelingen voor het scannen van code om valkuilen zoals oneindige lussen of niet-geïnitialiseerde exemplaren te vermijden.

In de categorie Foutherstel helpt deze functie bij het oplossen van ontwerpfouten die anders onopgemerkt zouden blijven. Het geeft suggesties om ontbrekende actie-eigenschappen, inclusief variabelen, aan te vullen en helpt bij het corrigeren van syntaxisfouten in Robin of Power Fx. Deze begeleiding zorgt ervoor dat stromen logisch in orde zijn en vrij zijn van veelvoorkomende fouten, waardoor het ontwikkelingsproces soepeler en efficiënter wordt.

De categorie Code-optimalisatie richt zich op het verbeteren van de prestaties en onderhoudbaarheid van bureaubladstromen. Deze functie stelt beter presterende of begrijpelijke acties voor, identificeert logische tekortkomingen en stelt mogelijke oplossingen voor. Het beveelt aan om acties in Try & Catch-blokken in te pakken om uitzonderingen netjes af te handelen. Het voegt opmerkingen of regio's toe voor een betere leesbaarheid en splitst grote substromen op in kleinere, beter beheersbare eenheden. Deze optimalisaties verbeteren de stroomprestaties en maken de code gemakkelijker te begrijpen en te onderhouden. De door AI mogelijk gemaakte Copilot faciliteert deze verbeteringen door duidelijke herstelstappen te bieden en koppelingen naar relevante documentatie te bieden. Hierdoor kunt u best practices eenvoudig en met vertrouwen implementeren.