Zakelijke waarde
Spraakagenten kunnen tegenwoordig slechts één entiteit per vraag herkennen. Vaak dicteren scenario's flexibiliteit in keuzes, bijvoorbeeld het uitvoeren van niet-biometrische validatie waarbij rekeninggegevens (zoals een rekeningnummer) of persoonlijke gegevens (laatste vier cijfers van een burgerservicenummer) voldoende zijn.
Bovendien kunnen er extra controles nodig zijn bij een bepaalde vraag voor een klant. Bijvoorbeeld bij het opvragen van informatie, het verstrekken van die informatie, het verzoek dat het systeem pauzeert om die informatie te vinden, of aangeven dat informatie niet beschikbaar is. Hierdoor kan de agentontwerper de gebruiker routeren voor verdere selfservice, verdere ondubbelzinnigheid en/of validatie of escalatie.
Functiedetails
Multi Entity Identification stelt agentontwerpers binnen Microsoft Copilot Studio in staat om meer dan één entiteit voor herkenning aan een vraagknooppunt te koppelen, wat extra flexibiliteit biedt voor selfservice voor klanten en leidt tot hogere insluitingspercentages. Deze mogelijkheid verbetert de selfservice voor klanten door een van de verschillende geldige invoer van een gebruiker te herkennen, zoals een rekeningnummer of een gedeeltelijk burgerservicenummer. Het stelt ontwerpers ook in staat om alternatieven aan te bieden wanneer gebruikers niet over specifieke informatie beschikken, waardoor onmiddellijke escalatie wordt vermeden en terugvalopties zoals aanvullende vragen of logische vertakkingen mogelijk worden gemaakt.
Als er tijdens runtime meerdere entiteiten aan een vraagknooppunt zijn gekoppeld, probeert de agent de invoer van de gebruiker aan een van hen te koppelen, via spraak of tekst. Als er meerdere entiteiten worden gedetecteerd, komt de agent alleen overeen met de eerste entiteit in de lijst. Ontwerpers moeten ervoor zorgen dat dit gedrag in een snelle formulering en vervolglogica wordt vermeld. Als er geen overeenkomst wordt gevonden, volgt de agent de geconfigureerde behandeling voor opnieuw vragen in het vraagknooppunt.
Op het ontwerpcanvas van Microsoft Copilot Studio moeten ontwerpers de volgende stappen uitvoeren:
- Definieer en maak de entiteiten die u wilt vastleggen.
- Maak een vraagknooppunt en maak de prompt voor de gebruiker.
- Op het vraagknooppunt:
- Selecteer onder Identificeren de optie Een van de meerdere entiteiten.
- Selecteer + Nieuwe entiteit en selecteer vervolgens in de entiteitskiezer.
- Herhaal dit voor alle toepasselijke entiteiten.
Alle antwoorden worden opgeslagen in een variabele van het type "record" die door de auteur kan worden hernoemd.
Met deze herkenningsmethode wordt slechts één entiteit per gebruikersuiting geïdentificeerd. Als een gebruikersinvoer meer dan één geldige entiteit bevat, wordt alleen de eerste entiteit die in de configuratie wordt vermeld, herkend. Stel dat een vraagknooppunt gebruikmaakt van Multi Entity Identification, waarbij de entiteiten die moeten worden herkend een trackingnummer en een afleveradres zijn. Stel dat een gebruiker zegt: "Mijn pakket wordt afgeleverd bij 1 Microsoft Way onder trackingnummer 7658641290753147." Het resultaat zou 7658641290753147 zijn, het trackingnummer zoals het als eerste in de lijst stond.
Om toegang te krijgen tot specifieke informatie van het recordobject, worden subvariabelen automatisch gemaakt op basis van de mogelijke entiteiten die door het vraagknooppunt zijn vastgelegd en worden weergegeven in puntnotatie: {recordName}. {entityName}. Dit is met name handig bij het maken van voorwaardelijke vertakkingen na de stap Identificatie van meerdere entiteiten om de vastgelegde informatie te routeren. We raden aan om de triage-opties Is (niet) leeg in de voorwaardelijke knooppunten te gebruiken om logisch te werk te gaan op basis van de informatie die de gebruiker tijdens het vragenuur heeft ontvangen.
Hieronder volgt een lijst met bekende beperkingen voor identificatie van meerdere entiteiten:
- Dual-tone Multi Frequency (DTMF)-invoer voor entiteitsidentificatie wordt in deze modaliteit niet ondersteund; het kan echter beschikbaar zijn bij vraagknooppunten die niet op multi-entiteitsidentificatie zijn gebaseerd, afhankelijk van het type entiteit dat is aangemaakt.
- Momenteel kunnen maximaal vijf entiteiten zich binnen de erkenningspool bevinden voor een bepaalde vraag.
- Geen ondersteuning van externe entiteiten.
Ingeschakeld voor:
Gebruikers, automatisch
Deze functies omvatten wijzigingen in de gebruikerservaring voor gebruikers en worden automatisch ingeschakeld.